Digitaal archief
2012
Nummer 481 - Januari-Februari
Theodorus Avinck - Door het geloof rusten in Gods trouw
“Wat buigt gij u neer, o mijn ziel! en wat zijt gij onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem nog loven; Hij is de menigvuldige Verlossing van mijn aangezicht, en mijn God”.
Psalm 42:12
Nummer 482 - Maart
Bernardus Smijtegelt - Bemoediging door de goede Herder
Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken, en de rokende vlaswiek zal Hij niet uitblussen, totdat Hij het oordeel zal uitbrengen tot overwinning. En in Zijn Naam zullen de heidenen hopen.
Mattheüs 12:20-21
Nummer 483 - April
Johannes Beukelman - Jezus is werkelijk ten hemel gevaren
En alzo zij hun ogen naar de hemel hielden, terwijl Hij heenvoer, zie, twee mannen stonden bij hen in witte kleding, die ook zeiden: Gij, Galileese mannen, wat staat gij en ziet op naar de hemel? Deze Jezus, Die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo komen, gelijk gij Hem naar de hemel hebt zien heenvaren.
Handelingen 1:10-11
Nummer 484 - Mei
Abraham Hellenbroek - Wenend komen ze
Zij zullen komen met geween.
Jeremia 31:9a
Nummer 485 - Juni
Johannes Temmink - Geloven in Jezus
En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven zullen.
Johannes 17:20
Nummer 486 - Juli-Augustus
Theodorus Adrianus Clarisse - God nodigt ons door het Evangelie
En toen één van hen die mede aanzaten deze dingen hoorde, zeide hij tot Hem: Zalig is hij die brood eet in het Koninkrijk Gods. Maar Hij zeide tot hem: Een zeker mens bereidde een groot avondmaal en hij nodigde er velen. En hij zond zijn dienstknecht uit ten ure van het avondmaal, om de genodigden te zeggen: Komt, want alle dingen zijn nu gereed.
Lukas 14:15-17
Nummer 487 - September
Bernardus Smijtegelt - Jezus behoedt de vonkjes
“Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken, en de rokende vlaswiek zal Hij niet uitblussen, totdat Hij het oordeel zal uitbrengen tot overwinning. En in Zijn Naam zullen de heidenen hopen”.
Mattheüs 12:20-21
Nummer 488 - Oktober
Theodorus van der Groe - In het licht van Gods aangezicht
“Velen zeggen: Wie zal ons het goede doen zien? Verhef Gij over ons het licht van Uw aanschijn, o HEERE!”.
Psalm 4:7
Nummer 489 - November
Theodorus Adrianus Clarisse - Ongehoorzaam aan het Evangelie
“En zij begonnen allen zich eendrachtig te verontschuldigen. De eerste zeide tot hem: Ik heb een akker gekocht, en het is nodig dat ik uitga en hem bezie; ik bid u, houd mij voor verontschuldigd. En een ander zeide: Ik heb vijf juk ossen gekocht, en ik ga heen om die te beproeven; ik bid u, houd mij voor verontschuldigd. En een ander zeide: Ik heb een vrouw getrouwd en daarom kan ik niet komen.
Lukas 14:18-20
Nummer 490 - December
Petrus Nahuys - Een meeslepend lied
En van stonde aan was er met de engel een menigte van de hemelse heerlegers, prijzende God en zeggende: Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen”.
Lukas 2:13-14